Traditionele Chinese Geneeskunde (Traditional Chinese Medicine of TCM) is een volledig medisch systeem dat ca. 3000 jaar diagnoses stelt, ziektes kan genezen en preventief werkt. Voor de oude Chinezen was de mens een afspiegeling van de natuur om zich heen, doortrokken van dezelfde oerkracht. Elk van ons is zelf een ecosysteem en leeft binnen een ecosysteem.

Chinese filosofen en artsen bestuderen al duizenden jaren de natuur en begrijpen hoe ze er mee om moeten gaan. Het Chinese concept van Qi (spreek uit; tsjie) staat symbool voor het leven in al zijn vormen; gedachten en gevoelens, weefsel en bloed, inwendig leven en uitwendige expressie. Het evenwicht van de krachten binnen ons (Yin – Yang) bepaalt onze gezondheid of onze ziekte. De Chinese geneeskunde gaat uit van de logica dat de beste methode om rampspoed te voorkomen, is deze te vermijden. Oftewel; voorkomen is beter dan genezen.

In de Chinese geneeskunde wordt men net zo goed opgeleid in het onderhouden van gezondheid als in het behandelen van ziekten. Men kijkt vooruit en weet dat stormen ontstaan door mooi weer, dat ziekte rondwaart en voet aan de grond krijgt wanneer we kwetsbaar zijn. De strategie van Chinese geneeskunde zal dan ook zijn ons in staat te stellen de storm te weerstaan zonder er door uitgeschakeld te worden, en voorraden op te slaan in tijden van mooi weer, vrede en overvloed. Chinese geneeskunde bestaat uit acupunctuur, chinese kruiden, tui-na (massage), voeding en qigong (ademhaling en beweging).